Ongewenst gedrag vergiftigd de werkomgeving

Ongewenst gedrag op de werkvloer is een ernstige kwestie die de werkomgeving kan vergiftigen en de prestaties van medewerkers kan schaden. Het komt in verschillende vormen voor, waaronder pesten en treiteren, seksuele intimidatie, racisme en discriminatie.

Een voorbeeld van pesten en treiteren op de werkvloer kan bijvoorbeeld zijn dat een collega voortdurend negatieve opmerkingen maakt over het werk van een ander, wat leidt tot een vijandige werkomgeving en verminderd zelfvertrouwen bij het slachtoffer.

Seksuele intimidatie kan zich manifesteren door ongewenste seksuele opmerkingen, aanrakingen of avances, die de professionele omgeving verstoren en medewerkers in verlegenheid brengen.

Racisme en discriminatie zijn ook veelvoorkomende vormen van ongewenst gedrag op de werkvloer. Een voorbeeld hiervan is het systematisch passeren van gekwalificeerde medewerkers voor promoties of kansen, puur gebaseerd op hun ras of etniciteit.

Als organisatie is het cruciaal om het gesprek over ongewenst gedrag aan te gaan. Dit kan op verschillende manieren worden aangepakt, zoals het organiseren van workshops, het gebruik van spelvormen om bewustwording te vergroten, en door leidinggevenden te begeleiden om het gesprek binnen het team te initiëren.

Belangrijk is dat de organisatie en daarmee leidinggevenden openstaan voor de feedback van medewerkers en deze serieus nemen. Het is essentieel om niet te oordelen, maar eerder nieuwsgierig te zijn naar de redenen achter het gedrag en bereid te zijn om naar oplossingen te zoeken die de werkomgeving veiliger en inclusiever maken.

Het afdoen van klachten als ‘dat doen we nou eenmaal zo’, ‘ik zie niet in dat dit een probleem is’ of ‘je moet niet zeuren, het was maar een grapje’ is contraproductief en versterkt alleen maar de problemen. Als organisatie is het van vitaal belang om een cultuur te bevorderen waarin respect, gelijkheid en diversiteit hoog in het vaandel staan, en waarin ongewenst gedrag krachtig wordt aangepakt. Hoe? Door samen afspraken te maken over gewenst gedrag en opvolging te geven aan ongewenst gedrag.